logo

Nieuwe huwelijksregels – deel 2

Image
Ina Houwing 19/jun/2017

Nieuwe huwelijksregels

Vanaf 1 januari 2018 zijn er nieuwe huwelijksregels. De huidige algehele gemeenschap van goederen zoals we die nu kennen, zal veranderen. Voortaan hoeven ex-echtgenoten bij een scheiding niet alles meer fifty-fifty te verdelen. In mijn vorige column, maar ook in deze en volgende columns zal ik hier aandacht aan schenken.

In mijn vorige column eindigde ik met een opmerking dat het voor ondernemers eigenlijk altijd verstandig is om huwelijkse voorwaarden te maken. Het uitgangspunt van de nieuwe wet is dat wat gedurende het huwelijk aan inkomen wordt verkregen in de nieuwe gemeenschap van goederen valt. Of ook het inkomen uit ondernemingsvermogen in de gemeenschap valt is afhankelijk van het antwoord op de vraag of het ondernemingsvermogen zelf in de gemeenschap valt.

Als één van de echtgenoten tijdens het huwelijk een onderneming is gestart, dan behoort dit ondernemingsvermogen tot de gemeenschap. Als er voorafgaande aan het huwelijk al een eigen onderneming was, dan valt het buiten de gemeenschap. Echter, als de ondernemer goederen die tot zijn eigen ondernemingsvermogen behoorden, gaat vervangen en de nieuwe goederen zijn voor meer dan de helft betaald uit het gemeenschappelijke geld, dan gaat dat nieuwe goed tot de gemeenschap behoren.

Een voorbeeld:
Jan heeft een eenmanszaak. Hij huurt een bedrijfspand. Vervolgens gaat Jan trouwen met Marieke. De eenmanszaak blijft van Jan en valt niet in de gemeenschap. Jan besluit om een eigen bedrijfspand te kopen voor €300.000,00 Dit kan hij maar voor €100.000,00 betalen uit ondernemingsvermogen. De resterende €200.000,00 financieren ze uit spaargeld. Bij echtscheiding is het pand €700.000,00 waard. Omdat het pand voor meer dan de helft uit gemeenschapsgeld is gefinancierd, behoort het pand tot het gemeenschappelijke vermogen. Was dit echter wel de bedoeling van Jan? Waarschijnlijk niet, daarom hadden Jan en Marieke huwelijkse voorwaarden moeten maken voorafgaande aan het huwelijk.

Het is van groot belang om te weten of het bedrijfsvermogen tot de gemeenschap behoort of niet. Als het namelijk wel zo is, dan hoort de waardestijging van dat vermogen ook tot de gemeenschap. Als het niet zo is, dan hoort de waardestijging van dat vermogen niet tot de gemeenschap. Wel is het dan zo in het voorbeeld van Jan en Marieke dat het bedrag ad €200.000,00 dat is gefinancierd uit gemeenschappelijke vermogen terugbetaald moet worden aan de gemeenschap.

Een andere reden om huwelijkse voorwaarden te maken als je ondernemer bent, is omdat ook het inkomen wat je tijdens het huwelijk vergaart anders zomaar grotendeels tot het gemeenschappelijke vermogen kan komen. Maar daarover volgende week meer.